Een significant deel van de hernieuwbare elektriciteit in 2030 zal worden opgewekt op momenten dat er niet genoeg binnenlandse vraag is. In de door Dutch New Energy Research opgestelde scenario’s kan flexibel vermogen de mismatch van vraag en hernieuwbaar aanbod bijna halveren. Daarbij zullen de marginale kosten van gascentrales (en dus de gasprijs) en het niveau van elektrificatie bepalen of en hoe rendabel zonnestroom is in 2030
Scenario’s van het elektriciteitssysteem in 2030 kennen nog veel onzekerheden. Ook voor zonnestroomvermogen zal toekomstig beleid en (onverwachte) marktontwikkelingen een doorslaggevende rol spelen.
Toch staat het vast dat de beweging naar een duurzaam betrouwbaar elektriciteitssysteem is ingezet. In de toekomst worden conventionele gascentrales steeds minder gebruikt, en dat betekent minder conventionele flexibiliteit om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. wind- en zonnestroomvermogen kunnen namelijk niet zoals gascentrales de vraag volgen, maar zijn afhankelijk van het weer. Om toch de klimaatdoelen te halen zijn dus andere vormen van flexibiliteit nodig.

Om uitdagingen en kansen voor de zonnesector in 2030 te herkennen, zijn deze twee scenario’s doorgerekend in bovenstaande figuur. In het No flex-scenario is er minimaal flexibel vermogen beschikbaar. In het Flex-scenario worden de effecten van vraagsturing en batterijopslag meegenomen. Beide scenario’s hanteren hetzelfde vermogen aan wind en zon zodat de effecten van flexibiliteit zichtbaar worden.
De elektriciteitsvraag ligt in beide scenario’s rond de 180 terawattuur. Toch vormt de toekomstige elektriciteitsvraag een grote onzekerheid. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft uitgerekend dat met vastgesteld en voorgenomen beleid de elektriciteitsvraag in 2030 uitkomt op 131 terawattuur, ten opzichte van 116 terawattuur in 2021. Toch heeft TNO laten zien dat door verhogingen van Europese doelen de benodigde elektriciteitsvraag kan oplopen tot 206 terawattuur.
Vermogen dat in het bovenstaande scenario wordt ingezet voor vraagsturing bestaat grotendeels uit power-to-heat en power-to-hydrogen maar ook gedragsveranderingen van consumenten en bedrijven spelen een significante rol. Batterijsopslag weergegeven in het Flex-scenario wordt volledig ingezet om het gebruik van hernieuwbare elektriciteit te maximaliseren. Opslagsystemen actief op de markten voor balanceren en netcongestie zijn daarin dus niet meegenomen.
Zonnestroom kan niet op de oude manier bijdragen aan de extra elektriciteitsopgave
Zonne- en windenergie vullen elkaar goed aan in 2030. Toch zijn er veel momenten waarop er teveel schone stroom (inclusief Kerncentrale Borssele) wordt geproduceerd. In het No flex-scenario gaat het om ruim 28 terawattuur, ongeveer een kwart van de stroom die Nederland nu in een jaar gebruikt. In het Flex-scenario worden deze overschotten gehalveerd naar 14 terawattuur.
Lees het volledige artikel op https://www.solar365.nl/nieuws/momenten-van-overschotten-en-tekorten-aan-hernieuwbare-stroom-wisselen-elkaar-af-in-2030-65A6B3B3.html